zaterdag 20 november 2010

Een fortuin aan kabouters

De werkplaats van Eduardo staat vol met kabouters in wording. Er staan skeletten van ijzerdraad met verder alleen vingers en tenen en er liggen olijk kijkende hoofdjes die alleen nog puntige oren missen. "Nog één maand en dan moet alles klaar zijn", vertelt de artesano.

Dan begint namelijk het zomerseizoen voor -de in National Park Nahuel Huapí gelegen- camping Lago Gutiérrez en dit jaar kunnen bezoekers er voor het eerst op kabouterwandeling. Zijn winkeltje, dat Eduardo op dit moment naast het huisje van de campingreceptie bouwt, dient als entrée. "Ik heb het straks allemaal zelf gemaakt", zegt hij trots.

Eduardo is artesano, zoals er vele artesanos zijn in Argentinië. Het zijn handwerkers die met hun zelfgemaakte waar van feria naar feria trekken. Bijna ieder dorp of stad heeft wel zo´n markt. Waar, als de artesano zijn winst binnen heeft, ook flink wordt gefeest.

De kunst van kabouters maken leerde Eduardo van andere artesanos. Nadat het skelet van ijzerdraad klaar is, boetseert hij van masilla (een soort was) vingers, tenen en een gezicht. "Ze lijken uiteindelijk een beetje op jezelf", zegt Eduardo die van zijn kabouters van het leven genietende bosheertjes maakt.


"Dit is er één met een verhaal", zegt Eduardo, terwijl hij een groot en zo te zien al wat ouder exemplaar te voorschijn tovert. De kabouter ging een keer noodgedwongen op zijn arm mee naar een feest. "Mijn tas mocht niet mee naar binnen en ik wilde de kabouter niet achterlaten." Toen het feest goed op gang was, liet Eduardo de kabouter even rusten op de bar, hij was even afgeleid en toen hij zich weer omdraaide was de kabouter verdwenen. "Ik dacht die ben ik kwijt."

Maar de kabouter bevond zich op de dansvloer. De feestgangers waren met hem aan de haal gegaan en nu ging hij van hand tot hand. "Iedereen wilde met hem op de foto." Verkopen kon Eduardo de kabouter na dit avontuur niet meer. "Hij zat onder de vlekken en zijn wenkbrauw was beschadigd." Sindsdien reist Elvis, zoals Eduardo hem heeft gedoopt, overal mee naartoe. "Het is mijn mascotte."

Elvis kijkt nu vanuit een hoek in de voortent toe. Hij ziet zijn schepper er lange dagen maken om de kabouters voor het winkeltje en de wandeling op tijd klaar te krijgen. Drie grote kabouters staan al klaar. Alleen hun schuimen hoofddeksels moeten nog vast. Straks krijgen ze hun eigen plek in een uitgeholde boomstam langs de wandeling.

Het wordt nog hard werken de komende maand om ook het winkeltje goed gevuld te kunnen openen. Maar de artesano ziet het wel zitten. De kabouters moeten zijn fortuin worden. "In het toeristische seizoen komen hier soms wel 500 bezoekers per dag."